Economie van genoeg

Als achttienjarige kocht ik vol trots een auto. De auto was meer dan 15 jaar oud, verbruikte meer motorolie dan benzine, maar toch was ik hét mannetje. Er waren altijd meiden die mee wilden rijden en het cassettebandje met de top-40 schalde door de auto en ver daarbuiten. Mijn populariteit steeg en daarmee mijn eigenwaarde. Tot het moment dat ik arriveerde bij mijn eerste werkgever. Ik parkeerde mijn auto naast de BMW van de directeur. Oeps, mijn auto waar ik een paar week geleden nog dik tevreden mee was, voldeed niet meer.

Klaas HarinkMijn eerste kampeervakantie met mijn partner was naar Frankrijk. We waren voor het eerst samen op vakantie en nog wel in het buitenland. Prachtig toeren door het Franse platteland, flesje wijn en stokbrood op de achterbank en dan ’s avonds in alle verliefdheid je tent opzetten. Wat een fantastische vakantie! Na een paar weken weer terug in ons flatje kom ik de buurman van links tegen. Hij vertelde dat zijn vakantie op Ameland in het water was gevallen. Ik begon te glimmen en vertelde over onze vakantie onder de Franse zon. Mijn vakantie werd nóg mooier en bevredigender. Een dag later kwam ik de rechter buurman tegen. Hij vertelde over zijn vakantie naar Thailand. Geen gedoe met tentje, stokbrood en brie, maar een all-in relax vakantie in een voor hem exotisch land. Oeps, mijn fantastische vakantie werd, voor mijn gevoel, wat flets en gewoontjes.

Bovenstaande laat zien dat, ondanks dat ik tevreden was, ik toch ontevreden werd, terwijl vakantie en auto hetzelfde bleven. Tevredenheid, ergens blij mee zijn, speelt zich af tussen de oren. Bob Goudzwaard (overleden 2024) verkondigde het al eind jaren zeventig: “De economie van het genoeg.” Nu ruim 45 jaar later wordt “de economie van het genoeg” manifest. Er is schaarste aan woningen, schaarste aan werklocaties voor bedrijven, aan energie zoals gas en elektriciteit, aan personeel en zelfs in ons (water)land wordt gewaarschuwd voor tekort aan drinkwater.

We zullen andere keuzes moeten maken. Onbeperkte groei zit er niet meer in. Schaarse middelen dienen slim ingezet te worden. Waar willen we schaarse grond en woningen wel en niet voor besteden? Waar mag de elektriciteit wel of niet aangekoppeld worden? Waar zetten we de beperkte ‘handjes’ wel of niet in?

Eén factor die volgens mij kan helpen is om bewust te zijn van de economie van het ‘genoeg’. Ik wil mijzelf niet ongelukkig laten maken door mijn auto te vergelijken met die van de directeur of mijn vakantie met die van mijn buurman. Ik besef dat alle marketing daar op is gebaseerd: het creëren van (onnodige) behoeften en het bevredigen daarvan. Terwijl aankopen ons op de lange termijn niet gelukkig(er) maken. Laten we wat meer tevreden zijn met wat we wél hebben, wat er wél is. Dat hebben we zelf in de hand.

Klaas Harink, wethouder.