Vreugdevuren en vuurtonnen

Voor vreugdevuren moet u een ontheffing aanvragen. Dit kan tot uiterlijk 20 december. U mag wel vuurtonnen gebruiken tijdens de jaarwisseling zonder ontheffing of vergunning.

Voor de veiligheid van mens en dier zijn er wel enkele regels.

Regels gebruik vuurtonnen

  • Vuurtonnen mogen alleen van 31 december 17.00 uur tot 1 januari 02.00 uur.
  • Vuurtonnen mogen alleen van metaal zijn, niet van plastic.
  • Het is verboden om andere afvalstoffen dan onbehandeld hout te verbranden.
  • Het onbehandelde hout mag alleen worden gestookt in een vuurton (lege oliedrum). Per perceel en per eigenaar mag er maximaal 1 vuurton gebruikt worden of aanwezig zijn. 
  • Als het RIVM een stookalert afgeeft, dan mag u niet stoken. 
  • De vuurton mag niet op de rijbaan staan. Zet de vuurton in een parkeervak of op de stoep. Geef hierbij elkaar de ruimte.
  • De toegang voor hulpverleningsdiensten mag niet worden belemmerd.
  • In de onmiddellijke nabijheid moeten preventief voldoende brandblusmiddelen aanwezig zijn, zoals een schuimblusser, water of zand.
  • De vuurton moet voorzien zijn van onderliggende stelplaten of een berg zand.
  • Tijdens het stoken moet er een persoon aanwezig zijn van 18 jaar of ouder die toezicht kan houden op het vuur. Die persoon zet zich volledig in om gevaar, schade of overlast ten gevolge van het branden te voorkomen of te beperken.
  • Alle aanwijzingen en bevelen die door of namens de brandweer, politie, boa’s of toezichthouders van de gemeente of de Omgevingsdienst Veluwe worden gegeven, worden exact en onmiddellijk opgevolgd.
  • De verbrandingsresten van het onbehandeld hout moeten uiterlijk 48 uur na het stoken geheel zijn verwijderd op een verantwoorde wijze. Verbrandingsresten kunnen dagenlang nasmeulen, pas dus op met het afvoeren van de vuurrestanten in de grijze afvalcontainer.
  • De afstand van de rand van de vuurton tot de volgende objecten bedraagt minimaal:
    • 5 meter tot woningen of gebouwen en/of 10 meter in de windrichting van woningen en gebouwen;
    • 10 meter tot een oppervlaktewater of tot houtopstanden;
    • 50 meter in de windrichting tot een opstapeling van oogst producten, een opslag van brandbare stoffen, een bos of heidegrond;
    • 1 meter tot gemeentegrond (perceel in eigendom van de gemeente).
  • Bij een windkracht van 6 of meer mag er geen vuur worden gestookt.