Paardenbakkenbeleid

De gemeente is in principe en onder voorwaarden bereid medewerking te verlenen aan de realisatie en gebruik van een paardenbak bij een burgerwoning of een (agrarische) bedrijfswoning.

Voor het toestaan van een paardenbak heeft de gemeente sinds 2007 beleidsregels. Het doel voor het hebben van beleidsregels voor paardenbakken is om de burger de mogelijkheid te geven om op een legale manier een paardenbak aan te leggen en te gebruiken, waarbij rekening is gehouden met de inpassing in het landschap en het voorkomen van overlast richting derden (buren).

De vastgestelde beleidsregels worden als toetsingskader gehanteerd voor het aanleggen / bouwen en gebruiken van een paardenbak.

Voorwaarden

Het toestaan van paardenbakken wordt gereguleerd via het bestemmingsplan, met als toetsingskader het vastgestelde beleid.

Mocht de regeling voor paardenbakken nog niet in het voor u geldende bestemmingsplan zijn opgenomen, dan kan de paardenbak tijdelijk worden gedoogd. Gedogen geschiedt alleen als de paardenbak wel voldoet aan het vastgestelde beleid en via een daarvoor vastgestelde procedure.

Aan de gedoogbeschikking wordt een tijdslimiet verbonden totdat:

  1. in het kader van de actualisatie van het van toepassingzijnde bestemmingsplan onherroepelijk is geworden;
  2. de eigenaar het betreffende perceel heeft verkocht.

Na afloop van de termijn van gedogen inzake punt 1 moet u alsnog de benodigde vergunning  aanvragen.

Aanvraag

Als u een paardenbak wilt aanleggen en gebruiken, dan vraagt u dit schriftelijk aan bij de gemeente door middel van een aanvraagformulier ruimtelijke vraag. Neem daarvoor eerst telefonisch of via e-mail contact op met de gemeente.